Een overzicht van de financiële positie in 2022

Jaarbericht 2022

Financiële positie van het fonds

Het belegd vermogen van ons pensioenfonds is in 2022 gedaald van €887,2 miljoen naar €711,9 miljoen. Het rendement was in 2022 -19,8% (2021: 5%). Het totale vermogen is nu €780,5 miljoen (2021: €966,5 miljoen ).

Herstelplan

Ons pensioenfonds had in 2022 niet voldoende reserves om op de lange termijn aan alle verplichtingen te blijven voldoen. Daarom hebben we in 2022 een herstelplan ingediend bij De Nederlandsche Bank (DNB). In dat plan beschrijven we welke maatregelen we nemen om onze financiële positie te verbeteren. Het doel is om binnen 10 jaar op het vereiste niveau terug te zijn. Meer informatie over het herstelplan vindt u hier.

Toeslagbeleid

De Nederlandsche Bank heeft in 2022 de mogelijkheid geboden om te kiezen voor een alternatief ingroeipad voor de inflatie. Het bestuur heeft besloten hiervoor te kiezen waardoor er iets meer ruimte ontstond voor indexatie.

Verder bestond de mogelijkheid om gebruik te maken van “nieuwe toeslagregels”. Hieraan zijn een aantal voorwaarden verbonden, zoals het voornemen om in te varen in het nieuwe pensioenstelsel. Aangezien het pensioenfonds hierover nog geen besluit heeft genomen, heeft het bestuur besloten hier geen gebruik van te maken.

Aangezien de beleidsdekkingsgraad een gemiddelde is over de afgelopen 12 maanden en de bepaling van de dekkingsgraad op maandbasis steeds nauwkeuriger en sneller is vast te stellen, heeft het bestuur besloten om een peildatum te kiezen die dichter ligt bij het toeslagmoment van 1 januari 2023 en wel 30 november 2022. De beleidsdekkingsgraad op dat moment was gelijk aan 117,6%.

Op basis van de financiële positie per 30 november 2022 en het alternatieve ingroeipad van De Nederlandsche Bank kon er per 1 januari 2023 een toeslag worden verleend van 5% aan alle doelgroepen.

Premiebeleid

De wet schrijft voor dat de premie die ons pensioenfonds ontvangt, de kosten die we maken volledig moet dekken. We zouden dan voor 2022 €32,8 miljoen nodig hebben, op basis van de op dat moment geldende rente. Van de werkgever en van de werknemers bij elkaar ontvingen we €23,7 miljoen. Om het verschil tussen beide bedragen op te vangen zonder de premie fors te moeten verhogen, mogen we de kostendekkende premie op een andere manier berekenen. Dat betekent bijvoorbeeld dat we de verwachte rente en het verwachte rendement over de komende 10 jaar mee hebben genomen. Door die andere manier van rekenen konden we de benodigde premie voor 2022 vaststellen op €23,4 miljoen in plaats van €32,8 miljoen. Daarmee was het bedrag dat we ontvingen voldoende om de kosten van het pensioenfonds op te vangen.